Luxor-tempel (South Harem) ook wel de Tempel van de Geboorte van Amon genoemd, is het tweede belangrijkste monument van de oostelijke oever van Thebe, na het tempelcomplex in Karnak.
Vroeger was het een getuigenis van de rijkdom en macht van de Egyptische heersers, vele eeuwen later deed het dienst als militair kamp (in de Romeinse tijd) of als een christelijke kerk. Het werd grotendeels gebouwd door de farao Amenhotep III, die ook de mode begon voor gigantomanie. In de daaropvolgende jaren en generaties werd de tempel uitgebreid door de opvolgers van Amenhotep, en het kreeg zijn definitieve vorm pas tijdens het bewind van Ramses II.
Ramses plaatste een geweldige voor de ingang, meten na 65 meters breed van de pyloms, prachtig versierd met reliëfs met een gevechtsthema. Het stond voor de pyloms 6 gigantische standbeelden van de heerser, Koningin Nefertari en hun dochters Maritamon, waarvan er slechts drie overleefden, en twee hoog op 25 meter obelisken, waarvan er één werd geëxporteerd in 1833 jaar naar Parijs en staat nu in Plac Zgody. Achter de pylonen is er een grote binnenplaats gebouwd door Ramses II, die wordt omringd door talloze kolossale beelden van deze farao met Nefertari die tot aan zijn knieën reikt, en de Hatshepsut-kapel en de Abu Al Hagaga-moskee.
Verder achter hen kom je in de imposante colonnade van Amenhotep III, dat wil zeggen, lang, een driebeukige kamer met zuilen met hoofden in de vorm van opengevouwen papyrusbloemen, bij de ingang staan twee enorme standbeelden van Ramses II. Op de rechtermuur van de colonnade zijn reliëfs uit de tijd van Toetanchamon te zien, waar het festival van Opet wordt getoond – jaarlijks vruchtbaarheidsritueel, waarin Amon van Karnak naar zijn vrouw Mut en zoon Khonsu zeilde, woonachtig in de tempel in Luxor. Verder achter de zuilengalerij is de binnenplaats van Amenhtep, waarachter zich een zuilenhal bevindt en het heiligdom gewijd aan drie Thebaanse goden, het oudste deel van de tempel: Amon, Chonsu i Mut.
Achter de Luxortempel ligt de lange na 3 km processie laan, het verbinden van dit gebouw met de tempel van Karnak. Langs de laan, leidend langs de Nijl, er zijn sfinxen met ramkoppen, die het symbool waren van de god Amon.